Mohammed sjokt 7 jaar lang op een ezel door het Rifgebergte om ons te laten proeven van de prachtige Riffijnse spreekwoorden, sagen, spreuken, aforismen en raadsels. In ‘itwara aachra xou ryour’ (10 op een ezel) herkennen we vele gezegden die onze vaders en moeders dikwijls gebruikten in huis of buitenshuis. Zo begint Mohamed aan het begin meteen met een paar mooie spreekwoorden: ‘Elke geit bungelt aan zijn eigen pootje’ en ‘Geld opent alle deuren, behalve de hemelpoort’. Het boek is humoristisch geschreven en is een oprechte ode aan een oeroud volk die Imazighen heten. Hij gaat terug naar zijn jeugd via deze oude spreuken en gezegdes en ontdekt dat we heel veel kunnen leren van deze prachtige taal. Hij gaat van dorp naar dorp en ontmoet daar verschillende mensen. Hij luistert en schrijft. Hij heeft wel eens gezegd: ‘In de taal schuilt de ziel van een volk’.
Slang en de Jakhals: (Gourougou gebergte)
‘ Wenni war idzji d-ouchen, ad-echant ouchanen’ (Wie geen jakhals is, wordt opgegeten door de jakhalzen)
‘ Ouchen tek xas izjoumar’ (Een jakhals overkomt het maar eenmaal)
‘Wenni oumi yeqqes ou firar, iteggudh thezra’ (Wie gebeten is door een slang, is bang voor een touwtje)
Zee & Vis
‘Ar thnouwa thammedzjaHt dhi rebHa’ (Wanneer het zout in de zee bloeit)
‘Asrem ameqran ittet wenni amezyan’ (De grote vis eet de kleine)
Raadsel: ‘Noqqaat dhi rebHa, ouar dhi qemoum’ (Zilver in de zee, goud in de mond)
Antwoord: Sardines!
God & Tuinbonen
‘Yarebbi yesgenfa, adhbib ittawi razjar’ (God geneest, de dokter ontvangt gunstbewijzen)
‘Amedyaz n dchar war isfourrozj’ (De troubadour van het eigen dorp vermaakt niet)
‘Arbbi itich ibowen i-wenni war radzjint thirmas’ (God geeft tuinbonen aan de tandeloze)
‘Izjen oubow war itteg tamarakt’ (1 tuinboon maakt nog geen erwtensoep)
Kat & Blind
‘Moch n bara itazzer xou moch ndaxr’ (De straatkat verjaagt de huiskat)
‘Imouth moch, iradayen gin raoch’ (De kat is dood, de muizen bouwen een nest) (mooie rijm)
Rivier & Koe
‘Am itkebba aman dhi-g-izjdhi’ (Alsof hij water schenkt in het zand)
‘Ayndouz ittaqqen zeg iri, aryez zeg ires’ (Het kalf wordt gebonden aan de hals, de man aan zijn tong)
Raadsel: ‘Ze sleept haar darmen achter zich aan’
Antwoord: Dit is een naald en draad
Kip & Ei
‘Ammi gwa xthmedzjarrin’ (Alsof-ie op eieren loopt)
‘Ouarth thnayn iqobaan s-izjen azrou’ (Twee vogels raken met een steen)
Raadsel: ‘Gierend gaat ze heen’
Antwoord: Dit is een kogel
Paard & Ezel
‘Aryour isseban adjeadhou yiss wa-issaban’ (De geduldige ezel streeft het ongeduldige paard voorbij)
‘Yecha ammezjoun n’ouryour’ (Hij heeft een ezelsoor opgegeten)
Liefde & Huwelijk
‘Thayri iteg zeg zewran n-oiaeddis’ (De liefde loopt via de aders van de buik)
‘Mya txettab, izj itawi’ (Honderd vragen om de hand, 1 neemt hem)
‘Oura n-Bouqiyoua’ (Bruiloft van Bouqiyoua)
‘Rza dhi yemmas, mrech idzjis’ (Kijk naar de moeder, trouw de dochter)
Raadsel: ‘Siziyayi, achek sagnig’ (Maak mij arm, en ik maak jou rijk)
Antwoord: olijfboom
Boer & Geit
Vertel ons het verhaal van boer Chaib-n-ErreHsen?
‘Rkif nhar, itess ch-har’ (Kif van 1 dag, en hij slaapt een maand)
‘Thimessi saddou roum’ (Vuur onder het hooi)
Moeder & Hand
‘AHenzjar ammezian mara war yisrouyour, war-s tich yemmas adhitadh’ (Als een klein kind niet schreeuwt, krijgt het van zijn moeder geen borstvoeding)
Leven & Dood, en alles ertussenin
‘Reama yizzar i-Ama’ (De ziel gaat voor Omar)
‘Amarwas war yachi’ (Schuld roest niet)
‘Axmi taqimmed xi sennanen’ (Alsof je op doornen zit)
‘Thamounit thesmerar awar’ (Samenkomst vergroot het woord), veel gebruikt tijdens de hirak demonstraties)
‘Rehram ittah dhi tram’ (Zondigheid verdwijnt in het donker)
‘Tmenyath sawarent’ (Dukaten praten)
Het Riffijnse gedicht van dichter Hamid Boussedra uit Utrecht: 'Tussen de graven'
Loop over de wegen,
in het zwarte duister,
naar de oude graven.
Dit is een dame,
dit is een heer,
die niemand kent.
Omhels de houten balken,
Kus de stenen die met de hand opgebouwd zijn,
vraag de vermolmde beenderen,
wellicht kunnen zij jullie genezen.
Schrijft amuletten voor haar,
en ook voor hem.
Vernietig de krachten,
die groeien in de jongeren.
Jullie zitten diep in de problemen,
mannen en vrouwen,
jullie leven in een lege wereld,
die jullie niet kennen.
Waar komen jullie vandaan?
Waar gaan jullie heen?
Jullie leven is als de duisternis,
van donkere nachten.
Hoofden gevuld met lege gedachten,
de genezing is niet bij de doden te vinden,
noch bij de waarzeggers.
Het gedicht is vertaald door taalkundige Khalid Mourigh.